Nokia 6030 - AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE

background image

AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.

Gebruiksomgeving

Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen
waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het
apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer
het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm van het
lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze
hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het product zich minimaal op de hierboven vermelde afstand van het lichaam
bevinden. Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede
verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen
tot een dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is
voltooid.

Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat en
personen met een gehoorapparaat moeten het apparaat niet tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Houd
creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn
opgeslagen, kunnen worden gewist.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen
of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in
instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen
en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.

background image

74

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Pacemakers

Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze
telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met
het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met een pacemaker moeten:

de telefoon altijd meer dan 15,3 cm verwijderd van de pacemaker houden;

het apparaat niet in een borstzak dragen; en

het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de
kans op storingen te minimaliseren.

Als u denkt dat er storing optreedt, schakelt u de telefoon uit en legt u het apparaat uit de buurt.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met
uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke storingen.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of
onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of
antiblokkeer-remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of
diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen.
Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die
waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met
zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur,
in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de
auto kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.

Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het
gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

background image

75

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke
plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen
op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het
apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in
brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met
explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische
overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de
lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk:

Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en
door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden
worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.

Een alarmnummer kiezen:

1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de ontvangst van het signaal sterk genoeg is.

In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.

2. Druk zo vaak als nodig is op

om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen van land tot land.

4. Druk op de toets

.

Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt
kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.

Probeer wanneer u een alarmnummer belt alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw
draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek
pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

background image

76

Copyright

© 2006 Nokia. All rights reserved.

Informatie over certificatie (SAR)

DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat deze voldoet aan
de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen
(ICNIRP). Deze beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau voor RF-energie
voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door
middel van periodieke en grondige evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een grote veiligheidsmarge
ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd of gezondheidstoestand.

De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate).
De SAR-limiet die wordt vermeld in de internationale richtlijnen is 2,0 W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities
gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Hoewel de
SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik
sterk lager liggen dan de maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is ontworpen voor gebruik bij verschillende
energieniveaus, zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. Over het
algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een zendmast bevindt, hoe minder energie het apparaat gebruikt.

De hoogste SAR-waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik naast het oor is 0,70 W/kg.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met
het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke
verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.

* De SAR-limiet die voor mobiele apparatuur voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig
verdeeld over tien gram lichaamsweefsel. In de richtlijnen is een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra
bescherming en om eventuele meetvariaties te ondervangen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR in andere regio's kunt u vinden onder Product information
op de website van Nokia op www.nokia.com.